A DRIVEN BY
DREAMS STORY

Een groep vooraanstaande ondernemers uit het Turijnse zakenleven bundelt zijn krachten om een gemeenschappelijke droom te verwezenlijken: een Italiaanse autofabriek die zich richt op ‘mobiliteit voor het volk’.
Op 11 juli 1899 vindt in Turijn de officiële oprichting plaats van FIAT, een afkorting die staat voor: Fabbrica Italiana di Automobili Torino (Italiaanse automobielfabriek Turijn). Nog in datzelfde jaar gaat officieel de productie van start van de allereerste auto van het merk Fiat, de Fiat 3½ HP.

Ondanks de semi-ambachtelijke productielijn zijn de resultaten van het bedrijf goed genoeg om het aandelenkapitaal uit te breiden tot 800.000 lire, een vrij aanzienlijk bedrag voor die tijd.
Samen met de andere directieleden besluit medeoprichter en algemeen directeur Giovanni Agnelli om het bedrijf naar de beurs te brengen.

Met de introductie van de Fiat ‘Tipo’ vernieuwt Fiat zijn modelaanbod. Het gebruik van gestandaardiseerde componenten maakt het mogelijk om de productie te rationaliseren en de kosten te drukken. Dit resulteert in een auto die niet alleen betrouwbaar is, maar ook bereikbaar is voor een relatief grote klantengroep.
Deze eigenschappen maken de Fiat Tipo zo succesvol dat in de loop der jaren verschillende versies van het model worden geproduceerd. Deze zijn van 1 tot 6 genummerd, in volgorde van hun cilinderinhoud.

Fiat nam al in 1901 voor het eerst deel aan races, met de 8 HP en de 12 HP. Het bedrijf zag al vroeg het belang van de autosport als proeftuin voor nieuwe technieken voordat die in de productie worden toegepast.
In 1911 wint de Fiat S61 uit 1908 de Grand Prix van Amerika, terwijl de Fiat S76 Record uit 1910 vanwege zijn prestaties de bijnaam ‘La Belva di Torino’ ('Het Beest van Turijn') krijgt. In 1924 komt Fiat met de SB4 Eldridge, beter bekend als ‘Mefistofele’, een auto die speciaal is gebouwd voor het breken van snelheidsrecords.

In dit jaar introduceert Fiat de ‘Zero’, ook bekend als de Fiat 12/15 HP. Deze voorloper van een hele reeks populaire Fiat-modellen onderscheidt zich door zijn opvallende carrosserie die is ontworpen met de hulp van een zeer jonge Battista ‘Pinin’ Farina. Onderhuids heeft de auto een zeer eenvoudige, robuuste en betrouwbare mechanische structuur, waardoor hij voor een scherpe prijs kan worden aangeboden: in de Torpedo-versie kost hij slechts 8000 lire, wat voor die tijd echt een koopje is.
Zijn kwaliteit, stijl en lage prijs maken hem tot een succes, waardoor Fiat tussen 1912 en 1915 alleen van dit model al meer dan tweeduizend exemplaren weet te verkopen.

Fiat begint met de bouw van de Lingotto-fabriek, een van de monumenten van de Europese industriële architectuur. Het door Giacomo Mattè Trucco ontworpen complex is illustratief voor de Italiaanse ambitie naar innovatie en industrialisatie. De fabriek wordt op 22 mei 1923 officieel geopend in aanwezigheid van koning Victor Emanuel III van Italië.

Op autosalon van Milaan in april 1932 toont Fiat de voor zijn tijd revolutionaire 508 Balilla. Deze vierpersoons sedan met een carrosserie gemaakt van hout en staal heeft een topsnelheid van 80 km/h. Toch kost hij slechts 10.800 lire, wat hem tot een van de populairste auto's van Italië maakt.

In 1936 ziet de Fiat 500 A Topolino het licht. Zijn naam dankt hij aan zijn kleine formaat en speciale vorm, waardoor hij wat weg heeft van Disney's Mickey Mouse die in Italië door het leven gaat als Topolino ('muisje').
Deze pionier in het segment kleine en goedkope auto’s was ontwikkeld als reactie op de economische crisis die Italië in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog trof. Indertijd was het de kleinste in massa geproduceerde auto ter wereld.

Mirafiori is niet alleen de belangrijkste Fiat-fabriek van Turijn, het is ook de oudste autofabriek in Europa waar nog dagelijks auto's van de band rollen. Het complex, dat op 15 mei 1939 wordt geopend, is bedoeld om de productie van betaalbare modellen met een bescheiden cilinderinhoud te vergroten.
Pas na de Tweede Wereldoorlog begint in 1947 de feitelijke autoproductie in Mirafiori met de introductie van de tweede serie van de 500 A en de verhuizing van de Fiat 1100-productielijnen.

De Fiat 1100 S is een juweel, waarvan slechts een paar honderd exemplaren worden gebouwd. Toch betaalt de investering in deze sportcoupé met zijn verfijnde techniek zich al snel uit: in de eindklassering van de Mille Miglia van 1947 staan maar liefst vier 1100 S Berlinetta’s in de toptien. Ze eindigen op de vijfde, zesde, zevende en negende plaats.
Maar dit racesucces is niet het enige dat indruk maakt: zijn markante design en vooral prominente neus maken de 1100 S over de hele wereld beroemd.

In 1948 introduceert Fiat de 500 B ‘Giardiniera’, een van de eerste op grote schaal gebouwde stationwagons. Het model, dat zich kenmerkt door zijn luxueus ogende zijpanelen van essenhout en masonite, dankt zijn benaming aan de naam van de karren die tuinders in Italië gebruikten om hun producten te vervoeren. Hoewel hij nauwelijks langer dan een jaar in productie is geweest, zijn er ruim 21.000 stuks van geproduceerd.

De in 1951 geïntroduceerde Fiat Campagnola werd ontwikkeld voor de landbouwsector, maar ook het Italiaanse leger en de politie maken op grote schaal gebruik van deze vierwielaangedreven terreinwagen.
De op een stalen ladderchassis gebouwde Campagnola is een voor zijn tijd innovatieve auto die een van de belangrijkste bladzijden in de naoorlogse autogeschiedenis schreef, door het Afrikaanse continent van zuid naar noord in 11 dagen en 4 uur te doorkruisen.

Om het merk Fiat een sportiever imago te geven, wordt in 1952 de Fiat 8V op de markt gebracht, een exclusief coupémodel voorzien van een Amerikaans geïnspireerde achtcilindermotor en een rondom onafhankelijke wielophanging.
De 8V is een auto met een volbloed Italiaans karakter die niet alleen verkrijgbaar is met een fabriekscarrosserie, maar waarvan ook beroemde carrosseriebouwers als Ghia, Bertone, Zagato, Vignale en Farina elegante, spraakmakende versies ontwerpen.

In 1953 maakt een nieuwe Fiat zijn entree: de 1100/103. Het met een moderne zelfdragende pontoncarrosserie uitgeruste model is leverbaar in twee versies die verschillen qua uitrusting: de Type A en de Type B. Nog datzelfde jaar schrijft zijn voorganger, de Fiat 1100 E, geschiedenis door als eerste een reis rond de wereld met één bestuurder te volbrengen.

In 1955 verschijnt de Fiat 1100 TV Trasformabile, een tweepersoons cabriolet in Amerikaanse stijl op basis van de 1100 sedan. In totaal worden 571 exemplaren geproduceerd van deze auto, die is bedoeld voor privérijders die aan wedstrijden willen meedoen. Daartoe zijn ze onder andere uitgerust met een sterkere motor en een aangepaste voorwielophanging met stabilisatorstang, die voor een sportievere wegligging en strakkere besturing zorgt.

DeFiat 600 Multipla maakt zijn debuut. Als MPV avant la lettre groeit deze eenvoudige, maar geraffineerde auto binnen de kortste keren uit tot een groot succes. Zijn populariteit dankt hij vooral aan zijn functionaliteit: ondanks zijn compacte afmetingen biedt hij plaats aan vier tot zes personen, wat hem niet alleen geschikt voor grote gezinnen, maar ook als taxi voor twee passagiers.

In 1957 introduceert Fiat de Nuova 500 als opvolger van de 500 Topolino. Het revolutionair kleine model moet een antwoord bieden op de snelgroeiende vraag naar betaalbare mobiliteit. Het uitgangspunt voor de ontwerpers was om de afmetingen van elk onderdeel zo klein mogelijk te houden.
De auto blijkt een schot in de roos die met zijn praktische karakter en sympathieke uitstraling in de loop der jaren uitgroeit tot een icoon van de Italiaanse automobielindustrie.

Fiat brengt de 124 uit, een moderne, strak gelijnde vierdeurs sedan die ook als stationwagon verschijnt. Pininfarina ontwerpt op zijn basis een open versie, de befaamde 124 Sport Spider. Eveneens van de hand van Pininfarina is de Dino Spider, die is uitgerust met een V6-motor van Ferrari.
Met de toenmalige Sovjet-Unie tekent Fiat een overeenkomst voor de bouw van Togliattigrad, een stad met autofabriek aan de Wolga waar de 124 in enorme aantallen in licentie zal worden gebouwd.

De nieuwe Rivalta-fabriek onder de rook van Turijn wordt opgestart. De eerste modellen die er worden gebouwd zijn de 850 Coupé en de 124 Spider. In de jaren 1976-1977 zal Fiat hier Robogate als nieuwe fabricagemethoden introduceren: een geautomatiseerde productie-installatie gebouwd door Fiat Comau die wordt aangestuurd door een centraal computersysteem. Zo kunnen op één productielijn carrosserieën van verschillende modellen volledig automatisch worden herkend en gelast. Bekende modellen die in deze fabriek worden gebouwd zijn de Ritmo, Uno en Tipo.

Met de Fiat 850 City Taxi uit 1968 speelt Fiat in op de groeiende verkeersproblematiek in de Italiaanse binnensteden, waar de vaak nauwe straten worden geteisterd door opstoppingen. De zender/ontvanger waarmee dit prototype is uitgerust is opmerkelijk voor die tijd.

Als opvolger van de 850 wordt de Fiat 127 gepresenteerd. Met zijn dwars voorin geplaatste motor, voorwielaandrijving en onafhankelijke voor- en achterwielophanging met MacPherson-veerpoten en een dwarsgeplaatste bladveer achter, onderscheidt de auto zich door zijn binnenruimte, rijcomfort en stabiele en veilige wegligging. Hoewel hij aanvankelijk nog geen 'derde deur' heeft, kan hij worden beschouwd als voorloper van de moderne compacte hatchback.

Fiat presenteert en start de productie van de 126. Het model leunt technisch op de Fiat 500, maar heeft een volledig nieuw ontworpen vierpersoons carrosserie, een tot 594 cc vergrote motor voor een hogere topsnelheid en een versnellingsbak waarvan de hoogste drie versnellingen gesynchroniseerd zijn.

Met de vooruitstrevende Ritmo zet Fiat een volgende stap maar de compacte hatchback zoals die tegenwoordig gemeengoed is. Het model dat opvalt door zijn rechte lijnen en hoekige vormen, wordt uitgebracht in zowel een drie- als vijfdeurs-uitvoering.

Dit jaar brengt Fiat de Panda uit in twee versies: de 30, met een tweecilindermotor gebaseerd op de aandrijflijn van de 126, en de 45 met een viercilindermotor die is afgeleid van de 127-motor.
Met name de Fiat Panda 30 scoort in thuisland Italië al snel hoge verkoopcijfers, maar ook in het buitenland maakt de Panda zich binnen de kortste keren populair als betaalbare en betrouwbare no-nonsense-auto.

Op Cape Canaveral presenteert Fiat de Uno. Als belichaming van de compacte auto voor iedereen is deze de voorganger van de Punto van meet af aan een groot succes. Vanwege zijn vernieuwende karakter wordt hij in 1984 bekroond met de titel 'Auto van het jaar'.

Fiat brengt de Tipo uit, een ruime, moderne gezinsauto waarin het concept van de vijfpersoons hatchback tot wasdom is gekomen. Fiat valt er opnieuw mee in de prijzen: als technisch vooruitstrevend model dat zich onderscheidt met zijn prestaties, comfort en veiligheid wordt hij in 1989 uitgeroepen tot 'Auto van het jaar'.

De Panda Elettra, een elektrische versie van de Panda, maakt zijn debuut. De auto, gebaseerd op de 750 Fire, heeft een actieradius van 100 km en een topsnelheid van 70 km per uur. De koppeling en de vierversnellingsbak zijn van het standaardmodel overgenomen. Om het accupakket te sparen, is op de plaats van de brandstoftank een kleine benzinebrander gemonteerd.

De nieuwe Fiat Punto wordt op de IAA van Frankfurt gepresenteerd als opvolger van de populaire Uno. Hij krijgt gezelschap van de Punto Cabrio, een zomerse cabriolet-versie met een benzinemotor 60 of 88 pk die open rijden voor iedereen bereikbaar moet maken.

In een wat hoger segment brengt Fiat de Barchetta uit, een open tweezitter met een 1,8-liter motor. Het ontwerp van Andrea Zapatinas valt op door de vloeiende lijn die vanaf de neus helemaal doorloopt naar de achterzijde.

In Turijn wordt met veel spektakel de nieuwe Fiat 500 gepresenteerd als erfgenaam van de klassieke 'Cinquecento'. Daarmee is deze legendarische auto weer terug op de weg in een moderne versie die zich al snel bewijst als stijlicoon. Anders dan zijn spartaanse voorganger biedt hij ondanks zijn compacte afmetingen een hoog comfortniveau.

De 500 krijgt gezelschap de 500L. Deze gezinsauto heeft niet alleen de stilistische kenmerken van de 500, maar doet ook denken aan de Fiat Multipla uit 1956. Met die historische 'MPV' deelt hij zijn veelzijdige interieur, met onder andere een verstelbare achterbank.

Fiat breidt de 500-familie verder uit met de Fiat 500X, een cross-over met een grote nadruk op styling.
In dit jaar krijgt ook de samensmelting tussen Fiat en Chrysler zijn beslag: beide fabrikanten gaan voortaan samen verder als FCA (Fiat Chrysler Automobiles).

Op de Internationale autosalon van Genève presenteert Fiat ter ere van zijn 120-jarig bestaan een drietal speciale jubileummodellen: de 500, 500L en 500X 120^TH. Uiterlijk onderscheiden ze zich door hun chique zwart-witte bicolore-lak terwijl de exclusieve samenwerking met Apple Music voor een passende muzikale omlijsting zorgt.